Hong Kong en China
Hong Kong
Vanaf Kathmandu hadden we een nachtvlucht naar Hong Kong. Door een technisch mankement aan het vliegtuig liepen we meer dan een dag vertraging op en hebben 2 nachten bijna niet geslapen. Toen we eenmaal in Hong Kong aankwamen keken we onze ogen uit. Wederom was er een enorm cultuurverschil in vergelijking tot Kathmandu. Hong Kong heeft een super infrastructuur, alles is schoon en we hadden nog nooit zoveel wolkenkrabbers zo dicht op elkaar gezien! Veel gebouwen zijn onder de grond, op de grond en boven de grond met elkaar verbonden. Winkelcentrums, bioscopen, kantoren, hotel: alles kan je soms in één gebouw aantreffen. We vonden Hong Kong echt een geweldige stad: een super mix van Aziatisch en Europees. Hong Kong is namelijk tot 1997 een Engelse kolonie geweest en de meeste mensen spreken daarom goed engels. Bovendien lijkt alles in Hong Kong goed georganiseerd. Je kan een flinke boette riskeren door op straat te spugen (wat de Chinezen nog al graag doen).
In Hong Kong zijn we naar de langst aaneengeschakelde rolstrap ter wereld geweest, we hebben museas bezocht en we hebben vanaf het uitzichtpunt gekeken naar de enorme hoeveelheid wolkenkrabbers die Hong Kong rijk is. Ook zijn we op de 100ste verdieping van het vierde hoogste gebouw van de wereld geweest. Maar het meest indrukwekkende was toch wel de mooie skyline van Hong Kong island. Elke avond om 20u worden een aantal wolkenkrabbers op de maat van de muziek belicht die vanaf de kade wordt gespeeld.
China
In Hong Kong hebben we een visum voor China geregeld. Met de metro zijn we naar de grens van Hong Kong-China gereisd vanwaar we de grens zijn over gelopen. En metern spraken de mensen geen woord engels meer en moesten we weer andere manieren bedenken om te communiceren. Zoals het eten van je buurman aanwijzen als je hetzelfde wilde bestellen. In China hebben we de nachtbus naar Yangshuo genomen, een 10 uur durende busrit die redelijk oké was.
Yangshuo is omgeven met de bekende en maffekarstbergen. Het is een beetje voor te stellen als een vlak plateau met allemaal spitse bergtoppen die daar doorheenprikken. We hebben hier 'geraft' op bamboo-bootjes. Wild was het helemaal niet, maar het was wel een leuk tochtje door het schitterende landschap. We hebben nog een rondje gefietst en ergens diep in de grotten een modderbad genomen.
Wat ons opviel en anders is dan in veel andere aziatische landen, is dat je in China veel toeristen uit het eigen land ziet (Chinezen). Yangshuo is een zeer geliefde reisbestemming voor de Chinezen. Het lijkt wel het Frankrijk of Italië van China. Gelukkig zaten we niet in het hoofdseizoen maar zelfs toen wij er waren, waren er veel Chinezen. En die chinezen wilden graag foto's van ons maken. Toen we op het bamboo-bootje zaten kregen we het idee dat we meer gefotografeerd werden dan de bergen zelf! Over de Chinezen valt nog vanalles te vertellen. Ze zijn zeker vriendelijk, maar hebben echt een andere cultuur. Als die zometeen de hele wereld overgaan moeten we met zijn allen maar vast gaan aanpassen. Ze spreken meestal geen woord engels (echt geen woord), wat het reizen avontuurlijk maakt. Ze eten allerlei dingen die wij echt niet eten, ze smakken, spugen... En ze zijn erg luidruchtig!
Vanaf Yangshuo zijn we met de bus naar het dorpje Ping'an gegaan. Dit ligt middenin de rijstvelden (terrassen). Ook hier is het normaal erg toeristisch, maar omdat de rijst net geoogst was waren de rijstvelden minder mooi en daarom was het nu niet zo druk. Maar toch waren er overdag nog steeds redelijk veel Chinezen vonden wij. Op weg naar Ping'an stopten we nog bij een dorpje waar de vrouwen bekend zijn om hun ontzettend lange haren. Ze voerden een soort van show op waar niets aan was, maar de Chinezen vonden het schitterend! In Ping'an hebben we gewandeld in de mooie omgeving. Toen we 's morgens in ons luxe hotel wakker werden hadden we echt een enorm grote spin op onze muur... Zelfs Jitse vond hem erg groot...Het was nog net geen vogelspin.Gelukkig waren we net aan het vertrekken.
Vanaf Ping'an zijn we naar de stad Nanning gereisd om hier de trein naar Hanoi (Vietnam) te nemen. In Nanning moesten we een aantal uren wachten. Hier komen blijkbaar niet zoveel Europeanen want we werden continu aangestaard. Om aan het gestaar te ontsnappen gingen we een soort van barretje in. Maar ook hier kregen we alle aandacht, de pubers achter de bar vonden het maar wat leuk dat wij er waren. Ze konden -zoals de meeste Chinezen- geen woord Engels. Maar toch vonden ze een manier om met ons te praten: ze hadden een Chinees/Engels vertaal programma op hun telefoon en daarmee hebben we gecommuniceerd. Het werkte niet vlekkenloos, maar we kwamen er steeds wel uit en zij hadden de grootste lol. Wij vonden het op zich ook wel grappig (en we hadden toch niets beters te doen omdat we moesten wachten).
De pubertjes hebben ons uiteindelijk naar de nachttrein gebracht en toen zijn we zonder problemen naar Hanoi in Vietnam gereisd.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}